Werkt e-learning?

Een E-learning kun je vergelijken met een interactieve PowerPoint, waarbij de leerder op een zeer interactieve manier door de lesstof kan gaan doordat alle knoppen en figuren kunnen worden aangeklikt. E-learnings kunnen bestaan uit video’s, quizzes, games, casussen met scenario’s en nog vele meerdere manieren van leren.

1. Meta-analyses die E-learning vergelijken met klassikaal onderwijs

Uit 5 meta-analyses blijkt dat e-learning effectiever is dan klassikaal onderwijs. Echter blijkt een combinatie van online leren en klassikaal onderwijs het meest effectief, ook wel blended learning genoemd. Dieper kijkend naar de uitkomsten, blijkt het niet ‘e-learning’ in zijn algemeenheid te zijn, maar de leermethodes/activiteiten die in de e-learning plaatsvinden, welke niet in klassikaal onderwijs worden ingezet, zoals: natuurgetrouwe (realistische) oefeningen, gespreid herhalen, contextuele en zinvolle scenario-uitwerkingen en just-in-time feedback.

Daarnaast schijnt de effectiviteit hem ook te zitten in het ontwerp van de e-learning. Goed ontwikkelde e-learnings hebben een gefundeerde (op onderzoek gebaseerde) basis waarin onderwijskundige principes verwerkt zijn. Bijvoorbeeld de manier waarop een e-learning is opgebouwd en de aansluiting op de doelgroep.

2. Voorbeelden van afzonderlijke onderzoeksstudies die E-learning vergelijken met klassikaal onderwijs

Zes onderzoeksartikelen vergeleken e-learning met klassikaal onderwijs. Deze artikelen benadrukken de rijkdom van e-learning, waarbij verschillende leermethoden worden onderzocht, zoals de flipped classroom, online rollenspellen, aanvullende instructie voor moeilijke onderwerpen, gefaciliteerde e-learning, mobiel leren en op leren gebaseerde gedragsverandering. We zien ook in deze onderzoeken dat e-learning leidt tot gevarieerde resultaten, ondanks het bewijs dat de algemene voordelen van e-learning aantoont.

3. Voorbeelden van andere E-learning-relevante onderzoeksstudies

In het derde deel is er gekeken naar onderzoek dat NIET kijkt naar e-learning in vergelijking met traditionele instructie, maar meer naar e-learning om de waarde van verschillende ontwerpelementen van e-learning te helpen bepalen. In zes onderzoeken zien we opnieuw de diepte en verscheidenheid die bij e-learning mogelijk is. Onderwerpen in deze studies gingen in op hoe je: forensische interviews kunt afnemen, lineaire algebra-problemen kunt oplossen, hersenbloedingen kunt begrijpen, een persoon in veiligheid kunt brengen, het Doppler-effect kunt begrijpen en hoe je de eigenschappen van planten kunt identificeren. Uit dit onderzoek blijkt dat de mogelijkheden van e-learning veelzijdig zijn en zich niet beperken tot het aanbieden van eenvoudig leermateriaal.

4. Meta-analyses van andere technologieën die relevant zijn voor E-learning

In 10 meta-analyses hebben onderzoekers zich gericht op simulaties, simulatiegames, feedback, animaties, digitale games, learnercontrol, computergemedieerd taalleren, interactiviteit en acceptatie van e-learning. Er zijn leermethoden onderzocht die de neiging hebben verder te gaan dan de methoden die we gewoonlijk gebruiken in klassikaal onderwijs. Ja, we kunnen de meeste van deze methoden gebruiken in klassikaal onderwijs, maar dat doen we meestal niet. Al met al leveren deze meta-analyses aanvullend bewijs dat leertechnologieën over het algemeen gunstig zijn voor het ondersteunen van leren.